Ter verduidelijking van de openbare discussie geven wij hier een redelijk beknopte omschrijving van enkele basisbegrippen zoals IDNL deze hanteert. De lijst zal in de toekomst nog verder worden aangevuld.
Adel: ‘1. hoedanigheid van tot de bevoorrechte, in historische zin eerste maatschappelijke stand te behoren…; 2. de stand der edelen…; 3. (fig) edelheid, verhevenheid, voortreffelijkheid…’ (Dikke van Dale) In de meeste landen is de adel afgeschaft als onverenigbaar met het moderne, alles-nivellerende ‘ideaal’ van ‘gelijkheid’, maar in Nederland bestaat de adelstand formeel nog wel, zij het dat de adel is ontdaan van zijn oorspronkelijke privileges en functies (het dienen van de Kroon in bestuur en diplomatie en het beschermen van de Natie in leger en vloot). IDNL wijst de geforceerde onderdrukking van alle niet-financiële vormen van ongelijkheid en van natuurlijke hierarchie door de huidige links-liberaal anti-elite af onverenigbaar met het holistisch opgevatte welzijn van de organische (zelf-organiserende) Nederlandse volksgemeenschap. IDNL stelt zich daarom op het standpunt dat de – waar nodig voorzichtig gemoderniseerde en beperkt uitgebreide – Nederlandse adelstand een hernieuwde rol in bestuur en defensie toekomt. Daar staat dan wel tegenover dat Nederlandse adel zijn verantwoordelijkheid moet nemen en voor de belangen van het Nederlandse volk in de bres moet springen tegen de globalistische en dus anti-Nederlandse vijandige elite: noblesse oblige.
Archeo-Futurisme: ‘In de huidige fase van de postmoderniteit – cultuur-historisch op te vatten als een interregnum tijdsvak – spiegelt het Archeo-Futurisme de nu gaande zijnde radicale metamorfose in het hele politiek-filosofisch en meta-politieke discours van het Westen. Als shape shifting anti-Postmodernistisch discours vertegenwoordigt het Archeo-Futurisme een (dynamische) voorafschaduwing van het nog onbekende wereldbeeld dat in diametrale opposite staat tegenover het Cultuur Nihilisme. Het Archeo-Futurisme deconstrueert het Cultuur Nihilisme – het is zijn historische Nemesis. Het Archeo-Futurisme functioneert zodoende als ‘dialectische’ oppositie – feitelijk: opheffing – van het Cultuur Nihilisme. De oorsprong van het Cultuur Nihilisme ligt in de vroege jaren ’90 (Fukuyama’s boek The End of History dateert van 1992) en de oorsprong van laatstgenoemde, organisch voortkomend uit de Europese Nieuw Rechts beweging, ligt in de late jaren ’90 (Faye’s boek Archéofuturisme dateert van 1998). Cultuur-historisch gesproken markeert het de neergang van de oude academische disciplines – meest dramatisch zichtbaar in de geesteswetenschappen en sociale wetenschappen. Een ‘omgekeerd evenredige’ trend is te zien in de opkomst van de nieuwe extramurale discoursen van het Archeo-Futurisme: beide verhouden zich tot elkaar als de-constructie en re-constructie. Recente initiatieven in de opbouw van ‘alternatieve academia’ (zoals in Steve Bannon’s project bij Rome en Marion Maréchal’s project in Lyon) zijn gebaseerd op een vroege herkenning van deze ontwikkeling: zij wijzen op de naderende vervanging van de zich in staat van verregaande ontbinding verkerende Westerse Geesteswetenschappen en Sociale Wetenschappen. Het Archeo-Futurisme moet wordt begrepen voor wat het is: een werk in uitvoering: het bouwt aan de ‘brug’ die uiteindelijk ‘archaïsche’ Traditie zal verbinden met ‘futuristische’ Visie. Het kernstuk van de ‘overbruggingsoperatie’ is het her-kennen, her-bouwen en her-activeren van de Archetypes van de Westerse Traditie.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) IDNL, politiek-filosofisch mede geïnspireerd door de Europese Nieuw Rechts beweging, erkent de waarde van het Archeo-Futurisme als revolutionaire politieke filosofie: het is één van de wapens waarmee het de ideologie van de vijandige elite bestrijdt.
Archetype: ‘In cultuur-antropologisch functionele zin, verwijzen archetypes naar de cultuur-specifieke (tijds- en plaats-ingeperkte) verbindingen die elke authentieke cultuur legt tussen de immanente realiteit van de aardse microkosmos en haar transcendente referent in de hemelse macrokosmos. Aldus opgevat heeft het Archetype een boven-natuurlijke, myopoëtische en numinueze essentie.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) De psychologische lading van het Archetype kan worden begrepen via het begrip engram: ‘De hypothetische wisseling van het protoplasma van zenuwweefsel die door sommigen wordt verondersteld de eigenlijke oorzaak te zijn van de geheugenfunctie. Het is een herinnerings-spoor: de permanente (biologische) ‘indruk’ die door een stimulus of ervaring wordt achtergelaten. …Het leeft in ‘innerlijke tijd’, dat wil zeggen verborgen achter de oppervlakte van het bewustzijn in wakkere toestand en het wordt niet aangetast door tijdsverloop. …Het idee van het engram kan worden gerelateerd aan de tijdloze dimensie van de Dreamtime van de Australische Aboriginals – en, meer algemeen, aan het begrip mythe. …Het engram wordt zo opgevat als een intrinsiek vermogen tot genetische transmissie van de emotionele en andere psychische indrukken die onze voorouders hebben opgedaan, zodat ze door ons kunnen worden gereactiveerd.’ (Pankhurst, Numinous Machines, 69-70 – vertaling Alexander Wolfheze). Als beschermer van de Nederlandse volksidentiteit respecteert IDNL de cultuur-antropologische uniciteit van het Nederlandse volk – IDNL erkent daarom ook de (pre-historische, Indo-Europese) archetypen die ten grondslag liggen aan dit identiteit.
Arisch: ‘Het begrip Arisch kan worden gedefineerd als de oudst – grotendeels pre-historische maar wetenschappelijk reconstrueerbare – gedeelde etnoculturele ‘wortel traditie’ van de Indo-Europese volkeren. Zoals deels herleidbaar uit geschreven bronnen heeft deze Arische wortel-traditie zich in drie grote historische takken ontwikkeld: de Indische, de Perzische en de Europese Tradities. Elk van deze drie takken laat een bepaalde graad van (fenotypische, religieuze, taalkundige) hybriditeit zien. De Europese Traditie heeft veel van haar oorspronkelijke (heidense) religieuze erfgoed verloren met de aanname van (gespecialiseerde vormen) van een niet-Indo-Europese godsdienst (Abrahamisme, via het Christendom), maar zij heeft veel van haar oorspronkelijke fenotypische en taalkundige eigenheid behouden. De Indische Traditie heeft veel haar oorspronkelijke religieuze en taalkundige erfgoed grotendeels behouden (in dominant Hindoeïsme en literair Sanskriet), maar zij heeft zich in fenotypische zin sterk aangepast door absorptie van (een deel van) de niet-Indo-Europese substraat-bevolking. De Perzische Traditie heeft ‘compromis vormen’ aangenomen in alle drie opzichten: haar fenotypische, religieuze en taalkundige wortel-identiteiten zijn – marginaal – blijven bestaan, maar hebben zich aangepast tijdens het absorberen van een dikke laag Turks-Mongoolse migratie, Islamitische godsdienst en Arabisch leenvocabulair.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) Als voorvechter van de Nederlandse volksidentiteit en de daaraan ten grondslag liggende archetypen (zie Archetype) kan IDNL niet accepteren dat beschrijvend-nuttige cultuur-antropologische en cultuur-historische terminologie zoals ‘Indo-Europees’ en ‘Arisch’ taboe worden verklaard in de politiek correcte newspeak van de anti-Nederlandse vijandige elite.
Aristocratie: ‘(<Gr.), 1. regering van de besten, inz. van de adel of van de patriciërs; 2. staat die door de aanzienlijksten bestuurd wordt…’ (Dikke van Dale) IDNL stelt zich op het standpunt dat de Nederlandse staat, ter bescherming en voor het welzijn van het Nederlandse volk, door de besten onder ons – een categorie die ook ruimte geeft aan onze eigen oude aristocratische stand (zie Adel) – moet worden bestuurd. En dus niet door de huidige machtshebbers, door Martin Bosma zeer raakt getypeerd als een ‘schijn-élite van valsemunters’. Opmerking over ware aristocratie.
Blank: Een kenmerk dat erg in het oog springt bij blanken is de lichte huid. Vitamine D wordt gemaakt door inwerking van zonlicht. Omdat in het noorden van Europa de zon niet zo veel schijnt, is in de loop van vele duizenden jaren onze huid lichter geworden, want dat helpt bij het aanmaken van Vitamine D. Gemiddeld genomen hebben blanken ook een goed gevoel voor planning. Dat komt doordat je in het koude Noorden goed moest plannen en voedsel bewaren voor de koude winter als er weinig te eten was. Mensen die goed waren in plannen overleefden, en brachten dus meer kinderen voort. Zo kwam in de loop van de tijd dit kenmerk steeds meer voor bij blanken. Er bestaan weliswaar inheems-etnische groepen met blanke huidskleur buiten Europa, bijvoorbeeld de Kabylen in Noord-Afrika en de Ainoes in Noord-Oost Azië, maar de aanduiding wordt gewoonlijk gebruikt voor het aanduiden van de inheemse volken van Europa plus hun afstammelingen overzee. Een bruikbare definitie van het woord blank zou daarom als volgt kunnen luiden: ‘Alle fenotypisch blankrassige afstammelingen van de proto-historisch – dus bij begin van de eigen historische documentatie – inheems Europese (of: West-Euraziatische) volkeren. Hierbij worden de landgrenzen van Europa geografisch maximaal ruim gelegd aan de Oeral en de Araxes plus Anatolië, dus plus de oorspronkelijke Indo-Europese bevolking van nu-Aziatisch Turkije zoals die bestond voor de Turkse invasie na de Slag bij Manzikert in 1071. Dit is dus enerzijds inclusief de religieus gemengde (Christelijk-Islamitisch-Heidense) Kaukasische volkeren (Georgiers, Armenen, Abkhazen, Tsjerkessen etc.), maar anderzijds exclusief de Israëlieten (‘Joden’), die niet inheems Europees zijn, en de Samojeden (‘Lappen’), die niet fenotypisch blank-rassig zijn.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) Als voorvechter van de authentieke – dat wil zeggen: dubbel bio-evolutionair en cultuur-historisch overleverde – Nederlandse volksidentiteit kan IDNL niet accepteren dat het onloochenbare oorspronkelijke blank zijn van het Nederlandse volk taboe wordt verklaard in de politiek correcte newspeak van de anti-Nederlandse vijandige elite.
Blank-nationalisme: Blank-nationalisme is een vorm van identiteitspolitiek. De basis van deze politiek is dat blanken zichzelf beschouwen als leden van een etnische groep, met collectieve belangen die zij verdedigen tegenover groepen met tegengestelde belangen. Op blanke identiteitspolitiek rust op dit moment het sterkste politieke taboe in de hele wereld. Zoals alle gevestigde partijen in het politieke spectrum verenigd zijn in hun toewijding aan het multiculturalisme en identiteitspolitiek voor niet-blanken, zo zijn zij verenigd in hun oppositie tegen identiteitspolitiek voor blanken. Blank-nationalisme is iets anders dan blanke suprematie, wat een multiraciale, multiculturele samenleving vooronderstelt, die dan door blanken overheerst zou worden. Blank-nationalisme streeft er echter juist naar de multiraciale samenlevingen te vervangen door raciaal en cultureel homogene landen, de zogenoemde ‘etnostaten’, zodat er geen sprake is van overheersing bepaalde raciale of etnische groepen door een dominante groep. Het streven naar etnostaten wordt ‘etnonationalisme’ genoemd. Blank-nationalisme stelt dat dit etnonationalisme een universeel recht is voor alle rassen en volkeren. Als een volk kiest voor zelfbeschikking, heeft niemand het recht hen tegen te houden. Binnen dit kader poneert blank-nationalisme het recht van alle blanke volkeren op een soeverein eigen land. Blank-nationalisme is dus identiteitspolitiek voor blanken, en meer specifiek: etnonationalisme voor blanken. Blank-nationalisme heeft geen betrekking op ‘generieke’ blanken, want die bestaan niet, zelfs niet in koloniale smeltkroezen zoals de Verenigde Staten. Hieruit zijn juist nieuwe etnische identiteiten voortgekomen: Amerikanen, Canadezen, enz. Blank-nationalisme heeft betrekking op alle afzonderlijke specifieke blanke volkeren samen. Het is een vorm van solidariteit tussen blanken van alle naties om samen op te komen voor het recht op zelfbeschikking. Dit kan bijvoorbeeld vergeleken worden met het redden van de neushoorn. Dat gaat over het redden van alle specifieke ondersoorten, niet slechts over de neushoornsoort als geheel.
Buitenparlementair: ‘Bij buitenparlementair denken mensen vaak aan kraken en andere illegale activiteiten. Maar voor ons is buitenparlementair niet iets wat van doen heeft met democratisch of niet democratisch. Het betekent gewoon: politieke beïnvloeding op een andere manier dan via het parlement en/of activiteiten die gericht zijn op het beïnvloeden van politiek beleid. Dat kan zijn een demonstratie door activisten, maar zeer zeker ook de parlementair journalist die bezig is met politieke beïnvloeding. Naast partijpolitieke inzet acht IDNL politiek-vormende en -uitdragende buitenparlemtaire activiteit – altijd strikt binnen de wettelijke kaders van de democratische rechtsorde – legitiem en noodzakelijk. Voor de patriottisch-identitaire beweging heeft buitenparlementair activisme echter alleen meerwaarde mits het juist is afgestemt op de Nederlandse traditie van waarden en normen waarin geweldloosheid en respect hoog in het vaandel staan. Binnen die randvoorwaarden erkent IDNL de buitenparlementaire uitdrukking van de wil van het Nederlandse volk. Zoals zelfs de knecht van het grootkapitaal Mark Rutte het eerder dit jaar zelf zei: ‘De samenleving stemt soms bij de stembus, maar soms maakt de samenleving op een andere manier… haar opvattingen duidelijk.’ (persconferentie 21 april 2020)
Communisme: zie Socialisme.
Cultuur: Onder Cultuur verstaan we hier allereerst de taal (zowel als fonetisch verschijnsel als de beeldentaal), maar verder in het algemeen: hoe je de wereld ziet, wat je belangrijk vindt, hoe mensen met elkaar horen om te gaan, enz. Die dingen leer je op school, van je ouders, en zie je terug in de kunst. Als je bijvoorbeeld je kinderen leert dat het goed is om zuinig te zijn, geef je hen daarmee een typisch Nederlandse eigenschap mee. Je leert het ook door gezegden, bijvoorbeeld: ‘Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen’. Cultuur is dus breder dan alleen de kunst. Het gaat om een hele levenswijze, die langzaam in de tijd evolueert. ‘Cultuur is alles aan wat een samenleving voortbrengt en overdraagt, zowel materieel als immaterieel. Het verwijst naar menselijke activiteit in de breedste zin van het woord.Als beschermer van de Nederlandse volksidentiteit staat IDNL pal voor de cultuur-historische tradities van het Nederlandse volk: IDNL staat voor het absoluut primaat van de Nederlandse taal en Nedellandse gedragsnormen in de publieke ruimte en IDNL keert zich tegen de opzettelijke globalistische en multiculturele ‘deconstructie’ van volkstradities zoals het Sinterklaasfeest.
Cultuur Marxisme: Cultuur Marxisme is een geïmproviseerde en functionele aanduiding voor de historisch-materialistische ‘maakbaarheid’ ideologie van de vijandige elite. De inhoud ervan is vrijwel geheel negatief, d.w.z. gedefinieerd in termen van anti-traditie en anti-identiteit. Cultuur Marxisme is een ‘moralistische’ (universalistisch-idealistische & kosmopolitische feel good) ideologie en daarmee een ‘superstructurele’ (psycho-sociaal vormgevende) aanvulling op de ‘cynische’ (sociaal-darwinistische, ieder-voor-zich-en-geen-God-voor-ons-allen) ideologie van het ‘infrastructurele’ (sociaal-economisch vormgevende) neo-liberalisme. Kenmerkende elementen van Cultuur Marxisme zijn militant secularisme, nivellerende hyper-democratie, totalitair cultuur-relativisme en feministisch-allochtoon-verheerlijkende antihiërarchisme). IDNL erkent dat de macht van de vijandige elite staat en valt met de Cultuur Marxistische overheersing van ons onderwijs en onze media: de belangrijkste opgave voor het patriottisch-identitaire verzet ligt daarom in het bewerkstelligen van een ‘culturele revolutie’ door middel van de metapolitieke ondermijning van de Cultuur Marxistische conditionering van de volksmassa. De politieke ontmachting van de vijandige elite is onlosmakelijk verbonden aan de metapolitieke ontkrachting van het Cultuur Marxisme.
Cultuur Nihilisme: ‘Het Cultuur Nihilisme kan worden gedefinieerd als het de facto – functioneel-effectieve maar voornamelijk impliciete en onderbewuste – wereldbeeld van de over de Westerse staten en volkeren regerende vijandige elite. Dit ‘wereldbeeld’ – feitelijk een anti-wereldbeeld – wordt aan de Westerse volkeren opgedrongen door ‘post-gezin’ opvoeding, ‘idiocratische’ anti-scholing, ‘politiek-correcte’ systeemmedia en normatieve ‘consensus politiek’. Het gevolg is geïnstitutionaliseerde cognitieve dissonantie en een collectieve race naar de intellectuele en morele bodem. De voornaamste kenmerken van het Cultuur Nihilisme zijn militant secularisme, hyper-kapitalistisch sociaal-darwinisme, collectieve narcistische conditionering en cultuur relativisme van staatswege. De informele – functioneel-effectieve maar formeel ongedefinieerde – ideologie die het Cultuur Nihilisme het meest effectief uitdraagt kan worden gedefinieerd als liberaal normativisme: deze ideologie resulteert uit een pragmatische machtsalliantie tussen het neo-liberalisme en het cultuur marxisme. Vanuit cultuur-historisch perspectief vertegenwoordigt het Cultuur Nihilisme de ‘boven-structuur’ van de postmoderniteit: het wordt gerealiseert middels radicale anti-traditionele en anti-identitaire ‘deconstructie’ in alle maatschappelijke facetten. Vanuit psycho-historisch perspectief vertegenwoordigt het Cultuur Nihilisme het ‘wereldbeeld’ dat het best is ‘aangepast’ aan de voorlaatste ‘devolutionaire’ fase van wat Julius Evola beschreef als la regressione delle caste (de anti-hierarchische, alles-nivellerende ‘regressie van de kasten’): zijn nihilistische (zelf-verminkende, sado-masochistische) sleutelmechanismen zijn feminisatie en xenificatie. Deze mechanismen worden politiek gerealiseerd in projecten als neo-matriarchaat en omvolking.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) IDNL verwerpt de anti-traditionele en anti-identitaire – en daarmee anti-Nederlandse – nihilistische ideëenwereld van de globalistische vijandige elite. Met het intrinsiek-nihilistische globalisme is wat IDNL betreft geen compromis mogelijk: ofwel het Nederlandse volk wordt vervangen, ofwel de vijandige elite wordt vervangen.
Etno-nationalist: IDNL erkent het etnonationalisme principe van het natuurlijke zelfbeschikkingsrecht van alle volkeren. IDNL staat dus pal voor de etnonationale rechten – de geboorterechten – van het Nederlandse volk.
Europees: ‘In etnische zin kan Europees worden gedefinieerd als het totaal-agglomeraat van de fenotypisch blankrassige inheemse volkeren van het Europese continent, in de vorm die dat agglomeraat het had ten tijde van de formele vestiging van het Christendom als overheersende godsdienst, in de meeste gevallen afgesloten tegen het jaar 1100 AD. Zo omvat het begrip ‘Europese volkeren’ dus méér dan de Indo-Europees sprekende inheemse volkeren van het Europese continent: het omvat ook een aantal kleinere – ook fenotypisch blankrassige – groepen die andere talen spreken (de Basken, de Finno-Oegrische volkerene en een aantal Kaukasische volkeren). Het omvat ook de volkeren van herkenbaar Europese (fenotypisch blankrassige) afstamming die zich overzees hebben gevestigd – het meest prominent herkenbaar zijn daarbij de grote Anglo-Saksische volksplantingen van Noord-Amerika en Oceanië.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) IDNL erkent de grotere cultuur-historische verbondenheid – en de huidige anti-globalistische lotsverbondenheid – van het Nederlandse volk met de andere inheems-Europese volkeren, maar stelt het Nederlandse volksbelang boven alle andere belangen. IDNL ziet de zogenaamd ‘Europese’ – in toenemende mate totalitaire – machtsstructuren van de EU, ECB en Schengen voor wat ze zijn: deel van een globalistische bezettingsapparaat.
Globalisme: Het Globalisme is een geïmproviseerde naam voor het ‘Nieuwe Wereld Orde’ totaal-programma van de globaal opererende ‘vijandige elite’ die zich begin jaren ‘90 meester maakte van de institutionele macht in de voormalige ‘Eerste Wereld’. De machtsbasis van deze ‘vijandige elite’ bevindt zich nog steeds in het ‘Westen’, maar haar machtsbereik strekt zich nu uit tot in de verste uithoeken van de wereld – nog slechts een paar grote landen (Rusland, China, Iran) bieden weerstand. De vijandige elite bestaat uit een informeel, flexibel en pragmatisch netwerk van topbankiers, topindustriëlen en topideologen dat zich bedient van transnationale instituties (VN, IMF, EU, NAVO enz.) & lokale zetbazen (‘partijkartels’ & ‘mediakartels’ op nationaal niveau). In Nederland ligt de institutionele slagader van de vijandige elite in de neo-liberale machtspartijen (theoretisch alleen VVD & D66, maar praktisch ook CDA, CU & PVDA). Haar ideologische slagader ligt in de cultuur-marxistische intelligentsia, die via ‘politieke correctheid’ toonaangevend is in het onderwijs, de media en de kunstsector. De materiële deconstructie van de Nederlandse staat, de Nederlandse economie en het Nederlandse volk wordt bewerkstelligd door de praktische ‘maakbaarheid’ van het neo-liberalisme – de immateriële deconstructie ervan wordt bewerkstelligd door de theoretische ‘maakbaarheid’ van het Cultuur Marxisme. IDNL verwerpt het ‘maakbaarheid’ idee achter het globalistische ‘Nieuwe Wereld Orde’ project: dit idee, inmiddels hopeloos verouderd en nu nog slechts door totaal-censuur gehandhaafd, berust op een totaal foutief mensbeeld en op een fundamenteel verkeerde maatschappijopvatting.
Indo-Europees: De Indo-Europese volkeren kunnen worden gedefinieerd in taalkundige zin: het zijn de volkeren die van oudsher Indo-Europese talen spreken. Als voorvechter van de Nederlandse volksidentiteit en de daaraan ten grondslag liggende archetypen (zie Archetype) kan IDNL niet accepteren dat beschrijvend-nuttige cultuur-antropologische en cultuur-historische terminologie zoals ‘Indo-Europees’ en ‘Arisch’ taboe worden verklaard in de politiek correcte newspeak van de anti-Nederlandse vijandige elite. IDNL laat niet toe dat het Nederlandse volk door anti-historische indoctrinatie wordt beroofd van zijn diepste identiteitswortels.
Klassenstrijd: De Klassenstrijd was een 19e en 20e eeuwse verdeel-en-heers strategie waarvan socialistische en communistische ideologen zich bedienden om macht te verwerven: zij eigenden zich via de ‘klassenstrijd’ een politiek en moreel mandaat toe door te stellen dat zij de belangen van de ‘democratische meerderheid’ (arbeiders, boeren) dienden. Zij buitten de door industrialisatie, urbanisatie en secularisatie ontstane sociale spanningen binnen de Europese volkeren uit, om zo de macht over die volkeren te krijgen. Een hedendaags cultuur marxistisch equivalent van de vroegere expliciete klassieke klassenstrijd binnen volkeren is te vinden in de tegenwoordige impliciete klassenstrijd tussen volkeren (subtiele anti-blanke propaganda, effectief open grenzen beleid, kunstmatig-gedoseerde islamofobie). IDNL wijst het anti-blanke en anti-Nederlandse ‘conflict model’ van de cultuur marxistische ‘identiteitspolitiek’ resoluut af. IDNL gaat uit van een positief beleefde (authentief gewortelde) Nederlandse etnische identiteit en niet van negatief (door opzettelijke ‘omvolking’ en dus kunstmatige belangenconflicten) geënsceneerde etnische diversiteit.
Liberalisme: Liberalisme is de ideologische ‘nulstand’ van het historisch materialisme (dat wil zeggen materialistisch determinisme als teleologisch argument) dat voortvloeit uit de ‘filosofie’ van de verlichting. Het liberalisme reduceert de politieke sfeer tot een programmatische uitvoering van de belangen van de in toenemende mate globaal denkende en opererende vijandige elite: het (normatief-)liberalisme is de ideologische standaard waarnaar het ‘politiek bedrijf’ zich uiteindelijk altijd zal voegen zolang de vijandige elite de echte macht behoudt. Het parlementaire ‘partijkartel’ is het institutioneel mechanisme dat deze standaard in stand houdt en waarmee de vijandige elite zich legitimeert. Links-liberalisme is hetzelfde politieke ‘gerecht’ als het rechts-liberalisme, maar met een sterker cultuur-marxistisch ‘smaakje’. Het duidelijkst links-liberaal (d.w.z. theoretisch links, maar effectief liberaal) zijn in Nederland GroenLinks en de PVDA. IDNL herkent in het (links- en rechts) liberalisme het politieke kernprogramma van het nihilistische globalisme. De strijd het liberalisme heeft voor IDNL de hoogste politieke prioriteit.
Multiculturele samenleving: Kleine aantallen vreemdelingen kunnen in een samenleving worden opgenomen zonder dat deze zijn oorspronkelijke karakter verliest. Maar bij grote aantallen dreigt een soort kolonisatie. Deze zogenaamde multiculturele samenleving, of eigenlijk de multi-etnische samenleving, is feitelijk de doodssteek voor elk soort thuisgevoel en voor elk basaal gevoel van veiligheid en zekerheid. Bij een echte multi-etnische samenleving staan grote groepen tegenover elkaar. In plaats van kleine aantallen vreemdelingen, die de autochtone bevolking makkelijk kan opnemen zonder zijn karakter te verliezen, komen grote groepen zich ineens vestigen in het territorium van het volk. Omdat ze met zo velen zijn hoeven ze zich niet aan te passen aan het oorspronkelijke volk. Ze koloniseren hele wijken, waar hun levenswijze gaat overheersen, en ze verdringen de autochtone bevolking. Omgekeerd vlucht de oorspronkelijke bevolking weg naar eigen wijken als ze dat kunnen. Het zijn meestal mensen met een kleine beurs die zich dit niet kunnen veroorloven, en die dus hun thuisbasis verliezen. Dit zet vanzelfsprekend kwaad bloed. Helemaal wanneer rijke blanke mensen, zoals Alexander Pechtold en Mark Rutte, tegen hen zeggen dat ze niet zo ‘onverdraagzaam’ moeten zijn. Dat ze maar ‘moeten wennen aan wat vreemde luchtjes in het trappenhuis’. Dit verwerpelijke gedrag noemen we in het Engels Adding insult to injury. Niet alleen pakken de machthebbers de arme mensen hun thuisbasis af, maar als ze zich verzetten schelden de regenten hen ook nog uit voor ‘racisten’, wat tegenwoordig het ergste scheldwoord is dat we in het Westen kennen. IDNL erkent dat het experiment van de multiculturele samenleving definitief is mislukt. IDNL stelt zich tot politiek doel omde giftige nalatenschap van dit mislukte experiment voortvarende maar rechtvaardige manier af te handelen.
Natie: Wat is een Natie? Wat bedoelen we als we het hebben over de Nederlandse natie, de Duitse natie? Natie betekent hetzelfde als volk. Het woord ‘natie’ komt van een Latijns woord dat ‘geboren worden’ betekent. Ook hier hebben we dus een verband met de voortplanting. Een natie is in feite een hele grote familie, of een grote stam. Een beroemde boekenreeks over de Nederlandse geschiedenis heet dan ook: ‘De geschiedenis van de Nederlandse stam.’ We kunnen dus zeggen dat een natie voor het overgrote deel bestaat uit mensen die verre familie van elkaar zijn. Dat is zo door de eeuwen gegroeid, doordat een bepaalde groep mensen zich afzonderden op een bepaald stuk land, hun territorium. Door huwelijken en voortplanting tussen de leden van deze grote familie ontstonden bepaalde kenmerken die weer via de voortplanting en via de cultuur werden doorgegeven. Een natie is feitelijk een hele grote familie. Af en toe komt er wel eens een vreemdeling bij, via een huwelijk bijv. Maar zolang het bij kleine aantallen blijft, kun je nog steeds spreken van één natie, die heel geleidelijk verandert in de tijd. Dit bestond in Nederland tot ongeveer 1985. Aldus de betekenis van het woord Natie volgens de Winkler Prins van 1870: Natie, afkomstig van het Latijnsche woord nasci (geboren worden), noemt men een gedeelte der menschheid, dat op grond van geboorte, taal en zeden een geheel uitmaakt. Wie tot dit geheel behooren, hebben dezelfde nationaliteit. Natie en volk zijn in Nederland en Duitschland geenszins woorden van dezelfde beteekenis. Onder dit laatste verstaat men de bevolking van denzelfden Staat, welke dikwijls is zamengesteld uit ingezetenen, die tot verschillende natiën behooren, terwijl daarentegen dezelfde natie verschillende staten kan vormen. In het denkbeeld van natie ligt de bewustheid van gelijken oorsprong en van eenheid, gewoonlijk nationaliteitsgevoel geheeten. Daardoor komt het onderscheid tusschen de verschillende natiën duidelijk aan den dag. Eene natie beschouwt gewoonlijk hare nationale onafhankelijkheid als het hoogste goed; daardoor alleen immers is zij in staat om hare nationale eigenaardigheden in taal, letterkunde en zeden te handhaven. Al die eigenaardigheden vormen het nationaal karakter. Dit wordt het gemakkelijkst bewaard, wanneer eene natie telijkertijd een Staat vormt. De rigting van onzen tijd bevordert de vorming van nationale Staten op grond van het nationaliteitsbeginsel, dat aan elke natie het regt toekent om ook als Staat zelfstandig te bestaan. IDNL stelt zich tot doel de Nederlandse natie te beschermen door te strijden voor haar fundamentele belangen: staatkundige soevereiniteit en volksgemeenschappelijke identiteit.
Natiestaat: In het ideale geval beschikt een natie over een eigen territorium, waarin deze stam vrij is om de samenleving in te richten zoals zij denken dat juist is, met hun eigen visie op het leven en de wereld. Dit noemen we een Natiestaat. Dan zullen de leden van dit volk, van deze stam, zich thuis voelen. Ze gaan misschien veel op vakantie, en leren veel over andere volkeren en landen, maar ze hebben een thuis. Een thuis biedt veiligheid, en je weet wat je aan elkaar hebt. Je hoeft niet alles uit te leggen, je hoeft niet alles telkens opnieuw af te spreken, je hoeft niet bang te zijn dat iemand die je ontmoet jouw woorden heel anders begrijpt dan je bedoelt enz. Je thuis is een veilige thuisbasis. Voor IDNL zijn de soevereine rechten van de Nederlandse natiestaat ononderhandelbaar. IDNL stelt zich ten doel deze rechten volledig te herstellen door uittreding uit de EU, uit de Euro, uit Schengen, uit het Vluchtelingenverdrag en uit Marrakesj.
Nationalisme: Theoretisch (politiek-filosofisch & cultuur-historisch) gesproken is ‘Nationalisme’ een bio-evolutionair – & daarmee grotendeels irrationeel & instinctief – zelf-verdedigingsmechanisme van traditionele volksgemeenschappen tegen de bedreiging van moderne historisch-materialistische machtstructuren (globalistische soevereiniteitsondermijning, internationale bankendictatuur, transnationale instituties) & ideologieën (Socialisme, Fascisme, Liberalisme). Praktisch (ideologisch & politiek) gesproken komt het Nationalisme tot uitdrukking in historische ‘auto-immuun’ reacties die verschillen naar plaats, tijd & omstandigheden, al naar gelang de precieze bedreiging. Deze reacties omvatten zowel ideologische improvisaties (bijvoorbeeld ‘Pangermanisme’ in het Derde Rijk, ‘Baathisme’ in het Midden-Oosten, ‘Hindoe-nationalisme’ in hedendaags India) als politieke improvisaties (bijv. de ‘nationaal-socialistische’ beweging in het Derde Rijk, de ‘Brexit’ beweging in het Verenigd Koninkrijk, de ‘Trump’ beweging in de Verenigde Staten). Psychologisch gesproken is het Nationalisme een expliciete programmatische uitdrukking van een impliciete collectieve identiteit die ‘normaal gesproken’ (dat wil zeggen: in pre-moderne omstandigheden) geen discussie behoeft, maar waarin men zich bedreigt voelt. Die identiteit is het volk-zijn. IDNL ziet in het nationalisme geen doel op zich, maar een middel: een bepaald minimum van collectief nationaal zelfbesef en nationaal zelfrespect is vereist om Nederland te behouden voor het Nederlandse volk.
Nationalist: Vraag een Turk of Marokkaan of ze nationalistisch zijn ingesteld. Wat denk je dat ze antwoorden? Omdat er niets mis mee is en het zelfs de enige manier is om voor jezelf, je kinderen en andere dierbaren op te komen. Ik hou bijvoorbeeld meer van mijn eigen kinderen en kleinkinderen dan van de kinderen of kleinkinderen van mijn overburen. Of van kinderen die je niet eens kent in Afrika of China. Niet dat je dan iets tegen deze kinderen zou hebben, absoluut niet zelfs. Maar het is logisch en menselijk om meer van je eigen kinderen te houden en wilt dat zij een goed en zo zorgeloos mogelijk bestaan zullen hebben in hun toekomst. IDNL stelt zich tot doel de Nederlandse natie te beschermen door te strijden voor haar fundamentele belangen: staatkundige soevereiniteit en volksgemeenschappelijke identiteit. Op deze eenvoudige maar volslagen juiste en normale principe berust het nationalisme. Het nationalisme is voor ons dus niets anders dan een vorm van zelfbehoud. Het opkomen voor jezelf en je dierbaren. IDNL erkent het recht van inheemse Nederlanders om op te komen voor hun land en volk. IDNL roept alle nationalisten op zich te verenigen tegen de anti-Nederlandse politiek van de globalistisch-denkende en globalistisch-voelende vijandige elite.
Nederlandse identiteit: ‘Van wie is Nederland? Om die vraag goed te kunnen beantwoorden zullen we eerst wat helder moeten hebben. Voorop gesteld dat we in of op een land wonen dat we in bruikleen hebben. In bruikleen en geërft van onze ouders en voorouders. Dit met de bedoeling het minimaal net zo goed door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. We moeten daarom eerst vaststellen wie we zijn. Je hebt één gemeenschappelijk taal en één gemeenschappelijke afkomst. Naast taal en afkomst zijn er dan allerlei overeenkomstige culturele aspecten waarin een ieder zich herkent en zo vormen we een gezamenlijk huis. Ieder volk heeft recht op een eigen land, een eigen natie om binnen deze grenzen zijn eigen lotsbestemming en toekomst te kunnen bepalen. Het gemeenschappelijk grondgebied is het territorium, afgebakend door grenzen, waarop een ‘volk’ woont en leeft maar bovenal recht op heeft. Eigenheid, wat een volk kenmerkt en uniek maakt, identiteit wordt aan je doorgegeven door je voorouders. Zij bepalen dus voor een groot gedeelte wie of wat je bent en welke mogelijkheden er voor je zijn. Het zou vanzelf moeten spreken hier dankbaar voor te zijn en respect te hebben. Dus zeker niet hedendaagse gemanipuleerde zelfhaat en zelfdestructie. Als je deze samenhangen ontkent, dan ontken je niet alleen het bestaan van de authentieke Nederlanders, maar ook van de authentieke Duitsers, Italianen, Turken, Marokkanen enz. Je ontkent dan feitelijk dus alle unieke volkeren. Voor IDNL kan de authentieke identiteit van het Nederlandse volk geen punt van discussie zijn: IDNL belichaamt de identiteit van Nederland in het politieke domein.
Nieuw Rechts: ‘Buiten het Westen bestaan er nog altijd een aantal formidabele politiek-filosofische en geo-politieke tegenkrachten die staan tegenover de globalistische Vijandige Elite, bijvoorbeeld Doegin’s vanuit Rusland denkende Neo-Eurazianistische beweging. Binnen het Westen zelf zijn zulke tegenkrachten echter uiterst beperkt en grotendeels verborgen. Ondanks een aantal ongecoördineerde ‘illiberale’, ‘populistische’ en ‘civiel-nationalistische’ achterhoede gevechten, zoals ‘Visegrad’ in Europa, ‘Brexit’ op de Britse Eilanden en ‘LEGA’ in Italië, valt bijna het hele Westen nu onder directe vijandige bezetting. De dichtste benadering van een substantiële uitdaging van de Vijandige Elite in het Westerse hartland waartoe het anti-globalistische ‘proto-verzet’ tot nu toe in staat was, was de ‘Alt-right’ beweging van 2015-17. Onder enorme druk (‘black-ops’ infiltratie, ‘mainstream media’ stigmatisering, ‘antifa’ intimidatie, digitale ‘deplatforming’) implodeerde die Alt-right beweging op de breuklijnen van haar programmatische weeffouten en ego-conflicten. Sindsdien zijn alle sporen van substantieel inheems-Westers verzet tegen de Vijandige Elite uit het collectieve kortetermijnsgeheugen en uit de publieke sfeer weggewist door een combinatie van cognitieve oorlogsvoering (‘framing’), digitale manipulatie (‘deplatforming’) en mediale totaalcensuur (opinie ‘black-out’). Elke vorm van institutionele politieke oppositie wordt effectief gemarginaliseerd door de standaard ‘zelfregulering’ mechanismen van bureaucratische sabotage (als bij ‘Brexit’ en ‘Trump’) en cordon sanitaire (als bij PVV en AfD). Elke vorm van activistische burger oppositie wordt effectief geneutraliseerd (doodgezwegen, verdraaid) door de systeemmedia – en dan buiten publiek zicht neergeslagen door politionele actie en ‘antifa’ stormtroepen (‘Chemnitz’, ‘Gilets Jaunes’). Oppositionele publicisten en kopstukken worden onderworpen aan digitale censuur (Millennial Woes), anti-commerciële marktmonopolies (Greg Johnson), fysieke bewegingsbeperkingen (Jared Taylor) en buiten-juridische strafmaatregelen (Tommy Robinson). De nog publiek zichtbare overblijfselen van de inheems-Westerse oppositie ontberen dus leiding, middelen en invloed. De Vijandige Elite weet de oppositie zo ‘buiten zicht’ en ‘ondergronds’ te houden, maar zij dwingt die oppositie daarmee ook tot aanpassing en zelfvernieuwing. Deze zich in een nieuwe fase van aanpassing en zelfvernieuwing bevindende ‘oppositie nieuwe stijl’ – gezuiverd van zwakke elementen, geselecteerd op vindingsrijkheid en gedwongen tot ijzeren discipline – kan men aanduiden als Nieuw Rechts. De begrippen ‘links’ en ‘rechts’ mogen sinds hun feitelijke fusie in een neo-liberaal/Cultuur-Marxistische partijkartel eind jaren ’80 allang elke substantiële betekenis hebben verloren, maar het begrip ‘rechts’ krijgt in Nieuw Rechts een nieuwe betekenis: de connotatie van juridisch en moreel recht tegen onrecht. In die zin kan men stellen dat het sinds eind jaren ‘80 theoretische begrip ‘rechts’ nu praktische herinvulling begint te krijgen in Nieuw Rechts.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) IDNL is in meerdere opzichten een nationale afspiegeling van Europees Nieuw Rechts: IDNL staat voor nationale zelfbeschikking, historische identiteit en metapolitieke herbewapening.
Ras: Wat is ras? Het is in ieder geval iets heel gevaarlijks, want als je het er over hebt, dan wordt je al gauw voor ‘rascist’ uitgescholden. Tenminste als je blank bent, anders niet. Ras gaat over eigenschappen die in principe via de voortplanting worden doorgegeven. Die eigenschappen kunnen fysiek zijn, zoals de kleur van de ogen of de vorm van de botten. Maar het kan ook gaan over dingen die niet fysiek zijn, zoals karakteraanleg en intelligentie. Je kunt mensenrassen vergelijken met hondenrassen. Een ras, zoals de Teckel, is eigenlijk een hele grote familie, waarvan de leden allemaal bepaalde kenmerken hebben. Een lange rug en flaporen bijvoorbeeld, en intelligentie, eigenwijsheid, zelfstandigheid. Een Sint Bernhard heeft een heel ander karakter, en ziet er heel anders uit (als je geluk hebt hangt er ook een vaatje met cognac om zijn hals). Maar er is een verschil tussen soort en ras. Hoewel een Teckel en een Sint Bernhard er zo verschillend uitzien, behoren ze toch tot dezelfde soort. Ook hier kunnen we de voortplanting centraal stellen. Leden van verschillende rassen kunnen zich wel met elkaar voortplanten, maar leden van verschillende soorten niet. Dus een Teckel kan wel met een Sint Bernhard een ‘vruchtbare samenwerking’ aangaan, hoe raar dat ook is. Maar met een paard is zoiets niet mogelijk. De verschillen zijn te groot. De meeste hondenrassen zijn ontstaan doordat mensen bewust bepaalden welke honden zich met elkaar mochten voortplanten. Ook paarden hebben rassen Een Fries paard ziet er echt anders uit als een Arabische volbloed en een Belgisch trekpaard. Aan de buitenkant en in gedrag zien ze er ook echt anders uit. De Arabische volbloed is een elegant rijpaard en een uitstekend renpaard. Het Belgisch trekpaard is kleiner en heeft een schofthoogte van ongeveer 1,70 m. Het paard heeft een krachtige en gedrongen lichaamsbouw met een vrij klein hoofd en een korte, zware nek met een dubbele manenkam. De Fries is vriendelijk en levendig, mak, intelligent, leergierig en trouw, en een gewillige werker. Ook heeft het Friese paard een koel hoofd en is daardoor geschikt voor recreatief rijden en buitenritten en is ook geschikt voor dressuur vanwege de hoge knieactie en zijn betrouwbare gedrag. Er zijn er wel die de Friezen en Arabieren hebben willen kruisen. Met als gevolg dat de Fries met uitsterven werd bedreigt. Op enig moment stonden er zelfs nog slechts duizend paarden ingeschreven in de registers van het stamboek. Dankzij de inzet van een klein aantal fokkers die het Friese paard wilden behouden is er niet gekruist met andere paardenrassen en beschikken we nu nog over een Fries paard. In 2003 waren er zelfs alweer veertigduizend Friese paarden. Dit ras heeft wereldwijd bekendheid en populariteit verworven bij paardenliefhebbers. Mensenrassen zijn net als hondenrassen en paardenrassen vanzelf ontstaan doordat een bepaalde groep lang genoeg afgezonderd leefde van andere groepen. Ze pasten zich aan aan hun unieke omgeving, zoals het klimaat, en de planten en dieren in hun omgeving. Dat wil dus zeggen: aan wat je kunt eten, maar ook aan wie je gegeten kunt worden en aan alles wat verder nog existentiële risico’s geeft. Als je kijkt naar de mens, is er een groot probleem met de indeling van bevolkingsgroepen in rassen. Dit komt door de onnauwkeurigheid ervan. Van sommige bevolkingsgroepen is de komaf niet duidelijk, en vrijwel alle groepen hebben zich in meer of mindere mate vermengd in de loop van de geschiedenis. We kunnen via huidskleur uitgaan van drie hoofdrassen: blank, zwart en geel, maar op basis van huidskleur alleen kunnen we moeite hebben om groepen als mediterrane mensen in te delen. Zijn mediterrane mensen blank? Zijn exclusief fysieke kenmerken en eigenschappen genoeg om een ras te definiëren? Er zijn ook niet-fysieke kenmerken, zoals karakteraanleg en intelligentie. Uiteindelijk is de definitie van een ras dus niet exclusief afhankelijk van uiterlijke, fysieke eigenschappen: er spelen ook andere factoren een rol. Uiterlijke, fysieke eigenschappen blijven echter een cruciaal aspect bij het definiëren van ras. De complexe realiteit die wordt gedekt door het begrip ras wordt wellicht nog het best uitgedrukt in de Traditionalistische opvatting ervan: ‘Vanuit Traditionalistisch perspectief zijn de immanente dimensies van ras, dat wil zeggen de biologische (genetische) uitdrukkingen en zichtbare (fenotypische) afspiegelingen ervan, secundaire attributen: zij vertegenwoordigen slechts de immanente (microkosmische) spiegelbeelden van primair metafysische (macrokosmische) Archetypen – de Archetypes gaan vooraf aan de spiegelbeelden en bepalen de spiegelbeelden. Er bestaat geen objectieve ‘hiërarchische’ standaard waaraan essentiële (archetypisch bepaalde) verschillen kunnen worden ‘afgemeten’ in de zin van een ‘hogere’ of ‘lagere’ kwaliteit. Deze verschillen vertegenwoordigen absolute waarden in ontologische zin – ze zijn als zodanig herkenbaar door het feit dat ze aangeboren zijn. Verschillen in ras kunnen subjectief worden ervaren in de zin van ‘minderwaardigheidscomplexen’ en ‘racistische vooroordelen’, maar deze ervaringen hebben slechts een contingente betekenis. De aanverwante negatieve – want psychologisch-regressieve – sentimentaliteit heeft geen hogere objectieve waarde dan de fictieve ‘gevoelens’ die men kan projecteren op de relatie tussen schaap en wolf. Hierbij is het klassiek-Traditionalistische standpunt relevant: het Traditionalisme gaat ervan uit dat de innerlijke kwaliteiten van elk specifiek soort ‘raciaal type’ altijd belangrijker zijn dan de uiterlijke kwaliteiten ervan (zoals huidskleur en fysiognomie): de eerste categorie kan de tweede zelfs volledig overstemmen. Zo is het in Traditionalistische theorie mogelijk dat een uiterlijk zwart-gekleurde mens innerlijk ‘noordwaarts georiënteerd’ is en daarmee een ‘blankere ziel’ heeft dan een uiterlijk blank-gekleurde maar innerlijk ‘zuidwaarts georiënteerde’ mens. De praktische ‘realisatie’ van een dergelijke ‘onder-huidse roeping’ kan uiteindelijk echter alleen plaatsvinden in de private sfeer – de publieke sfeer mag een dergelijk ‘realisatie-model’ nooit veronderstellen, laat staan afdwingen. Het postmoderne spektakel van on-natuurlijke blancs Zulus (‘blanke Zoeloes’) die vervallen tot ‘gangsta’ en ‘antifa’ rollenspellen verschaft een goede illustratie bij deze Traditionalistische leer. Voor alle duidelijkheid moet hierbij nog expliciet gesteld worden dat deze Traditionalistische verwerping van alle soorten ‘racisme’ niets te maken heeft met een zich lafhartig voegen naar het consensus-jargon van ‘politieke correctheid’: elk soort authentiek ‘waarheid zoeken’ verplicht eenduidige verwerping van elk soort ‘politieke correctheid’. De Traditionalistische verwerping van ‘racisme’ berust op een simpele methodologische verwerping van het kunstmatige moderne begrip ‘ras’ als een exclusief immanent (biologisch, materieel) fenomeen.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) Als voorvechter van de Nederlandse volksidentiteit kan IDNL niet accepteren dat de dubbel zichtbare en onzichtbare realiteit van ras het taboe worden verklaard in de politiek correcte newspeak van de anti-Nederlandse vijandige elite. Voor IDNL is de historisch blankrassige identiteit van het Nederlandse volk noch reden tot trots, noch reden tot schaamte – deze identiteit is simpelweg realiteit.
Racist: We zien dat dit woord in de loop van de tijd voor steeds meer dingen gebruikt wordt. We kunnen vier etappes onderscheiden: (1) In het begin was een racist iemand die de leden van een ander ras haat, puur en alleen maar omdat zij deel uitmaken van dat andere ras. Zoals een Teckel die een hekel heeft aan alle Sint Berhards. Het maakt daarbij niet uit wat hij ervaart in het contact met individuele Sint Bernhards. (2) Ietsje later wordt ‘racist’ ook gebruikt tegen iemand die misschien leden van een ander ras niet haat, maar wel vindt dat zijn eigen ras superieur is aan het andere. De Teckel vindt zichzelf wel veel slimmer dan de Sint Bernhard, en omgekeerd glorieert de Sint Bernhard in zijn grote, sterke ledematen. (3) In het derde stadium gaat men het woord ‘racist’ ook gebruiken voor mensen die gewoon de verschillen tussen rassen constateren. En om dan geen ‘racist’ te zijn moet je dan gaan doen alsof Teckels, Sint Bernhards, Rottweilers en Chihuahua’s allemaal hetzelfde zijn en hetzelfde kunnen. (4) Tenslotte gaat men het woord ‘racist’ gebruiken als algemeen scheldwoord voor blanken. Dan krijg je uitspraken als dat zwarten per definitie niet racistisch kunnen zijn, ook al haten ze blanken puur omdat het blanken zijn. Dit is wel iets wat er vanaf het begin al in zat. Toen al werd het woord bijna alleen tegen blanken gebruikt. Het verschil is dat het nu ook openlijk gezegd wordt, en dat nu bovendien bij voorbaat wordt aangenomen dat alle blanken ‘racisten’ zijn. IDNL neemt niet alleen afstand van elke beschuldiging van ‘racisme’: IDNL verwerpt ook het hele politiek-correcte ‘racisme’ concept waarmee de systeemmedia het absolute zelfbeschikkingsrecht van het Nederlandse volk in twijfel probeert te trekken.
Sociale Constructie: Twee voorbeelden geven aan wat een Sociale Constructie wel en niet is. (1) Ten eerste een voorbeeld van wat een Sociale Constructie wel is: de Multiculturele Samenleving. Het idee dat de multiculturele samenleving iets goeds zou zijn is een prima voorbeeld van een échte sociale constructie. Er is niets organisch aan. Het is een drogbeeld dat door de staatsmedia en op school wordt gepredikt. Als de geschiedenis ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat een staat waarin meerdere grote etnische groepen moeten samenleven het recept is voor een burgeroorlog, en op zijn minst grote etnische spanningen (‘koude burgeroorlog’). Daar weegt de diversiteit aan leuke etnische restaurantjes nou niet bepaald tegen op. Dat is alleen maar leuk voor mensen die daarna terug kunnen naar hun eigen blanke wijk. (2) Ten tweede een voorbeeld van wat een Sociale Constructie niet is: Ras. Tegenwoordig wordt vaak beweert dat ras een sociale constructie is. Dat wil zeggen dat mensen alleen maar onderscheid maken naar ras omdat mensen ze dat zo geleerd hebben in hun opvoeding. En die indeling zou helemaal willekeurig zijn. Klopt dat? Nee, en een klein beetje ja. Nee, omdat je hier te maken hebt met biologische feiten. Twee blanke ouders krijgen een blank kind. Twee Teckelouders krijgen een klein Teckelkindje. En dat terwijl Teckels niets weten over ‘sociale constructies’. Alleen op de universiteit is men zo dom of vooringenomen om te geloven dat ras een sociale constructie is. Waarom klopt het idee van ras als een sociaal construct dan wel een beetje? Dat komt omdat het trekken van grenzen tussen de rassen niet altijd eenvoudig is. De grenzen zijn vaag. Dat uit zich op twee manieren: (1) De grenzen tussen rassen zijn niet totaal helder. Als we uitgaan van drie hoofdrassen: blank, zwart en Aziatisch, dan zijn er bijvoorbeeld mensen die beweren dat Italianen niet blank zijn. Daar kunnen we tegenin brengen dat de grenzen niet haarscherp hoeven te zijn om toch zinnig over groepen te kunnen spreken. Tussen dag en nacht ligt een schemergebied, maar dat betekent niet dat je geen onderscheid kunt maken tussen dag en nacht. De grenzen tussen de kleuren van de regenboog zijn ook vaag, maar we kunnen nog steeds over de verschillende kleuren spreken. (2) Binnen een ras kunnen grote verschillen zijn. Binnen het Aziatische ras zie je bijv. flinke verschillen tussen Han-Chinezen en Japanners. Maar om nu te zeggen dat je daarom geen onderscheid kunt maken tussen blanken en Aziaten is echt een brug te ver. Om weer de vergelijking met honden te maken: je hebt gladharige Teckels, maar ook ruwharige Teckels. Dat betekent echter niet dat een ruwharige Teckel hetzelfde is als een Bouvier. Kortom: het ligt wat genuanceerd, maar dat betekent niet dat er geen wezenlijke verschillen zijn tussen rassen, en dat het allemaal bepaald wordt door wat je te horen krijgt tijdens je opvoeding. We kunnen dus gerust zeggen dat het een leugen is te stellen dat ras een sociale constructie is. En het is een leugen die extra effectief is omdat er een klein beetje waarheid in zit. Dit is vergelijkbaar met de de leugens in de staatsmedia. Waarom is hun nepnieuws zo geloofwaardig? Omdat zij een klein beetje waarheid brengen, dat zij echter zo omschrijven en inkaderen (‘framing’) dat het geheel toch een grote leugen is. Een halve waarheid is een hele leugen. Waarom wordt deze leugen verkondigd? Waarom wordt beweerd dat ras alleen maar een sociale constructie is? Dan moet we kijken tegen wie dat vooral gezegd wordt. En dat is tegen ons blanken. Wat is namelijk het effect van deze leugen? Dat jij als blanke gelooft dat ras niet echt is, en dat het dus onzin is om jezelf te identificeren met andere blanken. Het ondergraaft het idee dat wij blanken een groep vormen, en dat wij als groep mogen en moeten opkomen voor onze belangen, net zoals andere groepen. Deze leugen is dus bedoeld om ons te ontwapenen. We zien dit heel sterk in de VS. Niet-blanken beweren bij hoog en bij laag dat ras een sociale constructie is, maar als er wat te halen valt dan identificeren ze zich ineens totaal met hun ras. Bijvoorbeeld bij toelating tot elite-universiteiten, bij overheidscontracten, en bij de verdeling van politieke functies. Dan laten ze zich duidelijk voorstaan op hun ras. Als blanken opkomen voor hun belangen als groep dan is ras ineens onecht en alleen maar een sociale constructie. IDNL staat boven het hele ideologische ‘narratief’ en het hele politieke ‘discours’ van de vijandige elite: wij bepalen zelf wie wij zijn, waarvoor wij staan en wat wel of niet waar is.
Socialisme: Socialisme en Communisme zijn tegenwoordig in hun pure vorm uitgestorven oudere varianten van het historisch materialisme (zie ook Liberalisme). Staten die zich tegenwoordig nog officieel ‘socialistisch’ en ‘communistisch’ noemen zijn in de praktijk simpelweg nationalistisch georiënteerde één-partij dictaturen met een sterkere centrale staatsmacht die (nog) niet (helemaal) zijn aangepast aan de totaal-globalistische ‘Nieuwe Wereld Orde’. IDNL verwerpt alle historisch materialistische en ‘universalistische’ ideologiën. Voor IDNL zijn zowel fascisme en socialisme als liberalisme simpelweg on-Nederlands – wij hebben er simpelweg geen boodschap aan.
Traditionalisme: ‘In wijdere zin is het Traditionalisme een transcendentaal gebaseerde wereldvisie – inclusief wetenschappelijke benadering, denksysteem en levensbeschouwing. Het transcendentaal gebaseerde Traditionalisme staat tegenover het immanent gebaseerde modernisme. Het modernisme in abstracte zin is het geheel van historisch-materialistische, sociaal-darwinistische, Cultuur-Marxistische en Cultuur Relativistische ideeën en ideologieën waarop de invloed van het Globalisme en de Vijandige Elite berusten. Het Traditionalisme biedt een alternatieve, anti-modernistische zinswijze in verschillende kennisvelden en op verschillende onderzoeksvlakken, waaronder cultuur-geschiedenis, vergelijkende godsdienstwetenschap, epistemologie en kosmologie. Het hart van het Traditionalisme wordt gevonden in het idee van de universele ‘Sophia Perennis’ (‘Eeuwige Wijsheid’), dat wil zeggen een eenduidig transcendent referentiepunt dat (deels) wordt gespiegeld in alle authentieke tradities ter wereld. Die verschillende Tradities drukken die Ene Waarheid op verschillende manieren uit, al naar gelang hun specifieke positionering in tijd en plaats. In nauwere zin is het Traditionalisme het geleerde discours dat werd neergezet door de 20e eeuwse ‘Traditionele School’, gevestigd door René Guénon, Ananda Coomaraswamy en Frithjof Schuon. De Traditionele School biedt meer dan slechts een alternatief perspectief in ‘intellectuele’ zin: het ‘deconstrueert’ – of eigenlijk: ‘de-deconstrueert’ – de gehele Moderniteit als existentiële ervaringsrealiteit en als ontologisch raamwerk.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) Voor zover zij toegevoegde waarde hebben in de metapolitieke strijd met het dubbel neo-liberaal/cultuur-marxistische globalisme, geeft IDNL denk- en spreekruimte aan on-orthodoxe denksystemen zoals het Archeo-Futurisme en het Traditionalisme.
Vijandige Elite: ‘De Vijandige Elite kan pragmatisch worden gedefinieerd als de globalistisch handelende en universalistisch denkende elite die aan de macht is in het Westen. Haar ‘globalistische’ agenda vindt afspiegeling in een radicaal anti-traditioneel, anti-identitair en anti-noministisch zelfbeeld: zij vormt een trans-etnische groep die opereert via boven-politieke en trans-nationale machtsmechanismen – als shape shifting fenomeen kenmerkt zij zich door permanente improvisatie naar ledenbestand en beweegrichting. Het prototype van de vijandige elite is te vinden in de baby boomer soixante-huitard avant-garde die zichzelf nu reproduceert in een geïmproviseerde nieuwe generatie van #metoo (heksenjagende) vierde generatie feministen, woke (politiek-gecastreerde) post-blanke ex-mannen en ‘dreamer’ (als moreel superieur geprojecteerde) niet-blanke kolonisten. De globalistische Vijandige Elite het makkelijkst te herkennen aan wat haar ‘Nieuwe Wereld Orde’ project heeft voortgebracht: ecocide, trans-humanisme, etnocide en sociale implosie. Feitelijk functioneert de hard core vijandige elite als wegbereider voor wat de Christelijke Traditie aanduidt als de heerschappij van de antichrist.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) Volgens IDNL is er maar één geldige definitie van de vijandige elite: het gaat om wat Martin Bosma omschreef als de ‘schijn-élite van valse-munters’ die door nihilistisch- globalistisch beleid de fundamentele belangen van de Nederlandse staat en het Nederlandse volk bedreigt. IDNL staat open voor individuele ‘spijtoptanten’, maar verplicht zich tot de volledige verwijdering van de vijandige elite uit alle machtsinstituties.
Westers: ‘De Westerse beschaving wordt hier gedefinieerd als dat deel van de Europese Traditie dat sinds het Grote Schisma van 1054 ten westen van de Latijn-Grieks scheidslijn een afzonderlijk cultuur-traject doormaakt. Geografisch bestrijkt het Westen ongeveer de huidige ‘EU’ en ‘EEA’ gebieden, exclusief Roemenië, Bulgarije, Griekenland en Cyprus, plus Europa’s overzeese volksplantingskoloniën. Het Westen wordt dus gedefinieerd vanuit de West-Romeins/Katholieke Traditie en in tegenstelling tot de Oost-Romeins/Orthodoxe Traditie. Gezien de specifieke en problematische positie van de Europese volksplantingen in Latijns-Amerika en zuidelijk Afrika zal het Westen hier pragmatisch nauwer worden gedefinieerd als West-Europa plus de overzeese Anglosfeer. Vanaf het einde van de 15e eeuw heeft het specifieke cultuur-traject van het Westen een ontwikkeling geforceerd die het Westen tot het ‘ground zero’ van de Moderniteit heeft doen (ver)worden.’ (Wolfheze, Rupes Nigra) Door op te komen voor de belangen van het Nederlandse volk, staat IDNL ook voor de bescherming van de Westerse beschaving, waarvan Nederland volwaardig en onlosmakelijk deel is.
Afbeelding: Johnson_Folio_and_Abridged_dictionaries.jpg, bijgesneden. © Fotograaf: Jkarjalainen, bron: Wikimedia, licentie.
___
Deze website is een initiatief van de culturele vereniging ‘Identiteit Nederland‘. Voor vragen en contact klikt u hier.