+31 (0) 6 44272469
info@idnl.org

Grondbeginselen

Visie

1. Het goede, het ware en het schone

‘Alles van waarde is weerloos’ schreef de dichter Lucebert. IDNL neemt dit ter harte, en richt zich op het beschermen en bevorderen van ‘het ware, het goede, en het schone’, overeenkomstig de klassieke leidraad. Wij willen een cultuur en een samenleving waarin deze idealen centraal staan. Als individu en als gemeenschap willen wij steeds hoger streven. Wat is echter ‘het ware, het goede, en het schone’ in onze concrete situatie? Als uitgangspunt nemen wij hiervoor onze identiteit.

2. Authentieke identiteit

Identiteit is hoe anderen en wijzelf onszelf beschouwen vanuit intermenselijk (maatschappelijk) gezichtspunt. Onze identiteit kent verschillende facetten, zoals nationaliteit, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, stand, klasse, godsdienst, levensovertuiging en persoonlijke roeping. Veel van deze facetten zijn niet zelf door een mens gekozen, maar voorgegeven.

Een mens kan de voorgegeven facetten van zijn identiteit accepteren of niet. Als hij zijn identiteit niet accepteert, haalt hij zich vaak grote psychische moeilijkheden op de hals. Hij lijdt dan aan een ‘identiteitscrisis’. Er zijn bijvoorbeeld mannen die hun man-zijn verwerpen – zij kunnen dan soms zelfs het pad op gaan van zware medische ingrepen die hen het aanzien van een vrouw moeten geven. Ook zijn er blanke volkeren die hun identiteit verwerpen – zij kunnen dan soms zelfs andere volkeren op een voetstuk gaan plaatsen en meewerken aan hun eigen verdringing en vervanging. Zij lijden aan ‘oikofobie’.

Voor een gezonde individuele en collectieve ontwikkeling is het dus noodzakelijk dat mensen persoonlijk en gezamenlijk de waarheid van hun voorgegeven identiteiten accepteren. Volgens IDNL is het echter niet genoeg stil te blijven staan bij wat waar is, ‘het ware’. De volgende stap is te streven naar ‘het goede’. Dit wil zeggen dat elk facet van onze identiteit tegelijk een oproep is hier in uit te blinken. Het man-zijn impliceert bijvoorbeeld de oproep een échte man te zijn. Mannen nemen elkaar dan ook vaak de maat in hun man-zijn: ‘Wees een vent!’. Een échte Nederlander te zijn impliceert loyaal mee te werken aan een beter en mooier Nederland.

Volgens IDNL moeten wij ernaar streven dat ieder mens in staat worden gesteld in vrijheid in te gaan op deze oproep om uit te blinken. Dit streven zal zin geven aan het leven, en bovendien leidt dit streven uiteindelijk tot schoonheid in al haar verschillende vormen. Op deze manier wordt dus de drieslag van ‘het ware, het goede en het schone’ gerealiseerd. Zo’n samenleving heeft veel minder regelgeving van buitenaf nodig, omdat mensen samen geleid worden door innerlijke motivatie om het goede en het schone na te streven.

Dit is de ‘holistische’ visie van IDNL op de samenleving: een gemeenschappelijk ideaal dat berust op gemeenschappelijke identiteit. Daarbij is de belangrijkste gemeenschappelijke identiteit de etnische identiteit. Een zo grote mate van etnische homogeniteit is een essentiële voorwaarde voor sociaaleconomische stabiliteit en materiële en immateriële ontwikkeling: het is namelijk het Nederlandse volk dat Nederland rijk, mooi en aangenaam maakt – en niet omgekeerd.

3. De excellente samenleving

Nu rijst de vraag hoe de samenleving zo kan worden ingericht dat mensen in staat zijn om zich maximaal op de ontwikkeling van hun authentieke identiteit te richten. Deze vraag kunnen wij niet beantwoorden aan de hand van pure theorie. De werkelijkheid is veel te complex om in een simplistisch ideologisch model te vatten. Niet een abstract bedenksel maar de concrete ervaring met de realiteit moet onze toetssteen zijn. Daarbij kunnen we putten uit de eeuwenlange ervaringen die onze voorouders met de werkelijkheid hebben opgedaan. Hoe hebben zij zich aan de wereld aangepast? Welke structuren hebben door de eeuwen heen hun waarde bewezen? IDNL wil zich hierdoor laten inspireren in haar toekomstvisie. Zo willen wij de grote offers en prestaties van onze voorouders respecteren en hun schitterende nalatenschap voortzetten, die nu ernstig bedreigd wordt. IDNL wil het daarvoor noodzakelijke bewustwordingsproces ondersteunen.

Missie

IDNL heeft in haar missie twee hoofddoelen. Aan de ene kant dient identiteit weer het vormgevende principe van onze samenleving te worden, aan de andere kant moet de huidige heersende klasse die onze samenleving misvormt tot de orde worden geroepen.

1. Herwaardering van identiteit als hoeksteen van de samenleving

IDNL stuurt aan op een nieuwe beeldenstorm, een ‘Identitaire Beeldenstorm’, waarbij de ‘afgoden’ van de globalistische, anti-identitaire ideologie van hun sokkels worden gestoten. In hun plaats willen wij identiteit in al haar facetten terug oprichten als fundamenteel oriëntatiepunt van onze samenleving. Wij denken in de volgende richtingen:

1.a. Nationale identeit

Op de eerste en belangrijkste plaats staat voor ons de nationale identiteit. Deze definiëren wij niet nauw biologisch, maar als een sociale realiteit, een subtiel samenspel van lichaamskenmerken, geschiedenis, levensbeschouwing en taal. In dit kader pleiten wij voor vrijwillige ‘segregatie’, een institutioneel onderscheid tussen staatsburgerschap en nationale identiteit, en voor vrijwillige ‘soevereiniteit in eigen kring’. Dit laatste houdt onder ander in: een beperkte mate van eigen rechtssystemen, eigen sociale voorzieningen, en eigen culturele faciliteiten per nationale bevolkingsgroep.

Om dit te bereiken staan wij een viervoudig programma voor: Deportatie van wolven uit de schaapskooi (illegalen, terroristen, jihadisten, extremisten), gesubsidieerde Remigratie, selectieve Assimilatie en vrijwillige Segregatie, met uitdrukkelijke gaststatus van gesegregeerde, niet-geassimileerde inwonende vreemdelingen. Dit houdt bijvoorbeeld in: geen deelname aan Nederlandse politiek, geen bestuurlijke functies bij Nederlandse overheid en geen rol in Nederlandse media.

Voor assimilatie zal een veeleisend meerjarig programma moeten worden doorlopen. Daarbij valt te denken aan een langdurig maatschappelijk engagement in werk en familie, een volwaardig staatsexamen Nederlands, een onberispelijke levenswandel, het opgeven van andere nationaliteiten, het aannemen van een Nederlandse naam, een waarborgsom, en een eed van trouw aan de koning. Bij beoordeling van het resultaat van het assimilatietraject zal een bekering tot het Christendom nadrukkelijk als positieve factor worden meegenomen. Hierbij geldt dat het Christendom niet intrinsiek als superieur wordt opgevat, maar wel als historisch prioritair moet worden gezien, dus als een ‘erfdeel’ dat mensen die assimileren zich eigen moeten maken.

1.b. Levensbeschouwelijke identiteit

Ter bevordering van de sociale cohesie nemen wij de christelijk-humanistische Traditie van ons land als leidraad. Hoewel wij vasthouden aan de scheiding van kerk en staat is het volgens ons wel de taak van de staat om de waarde van de christelijke godsdienst te erkennen en haar te beschermen. Dit laat onverlet dat het politieke primaat van de overheid tolerantie en de godsdienst- en gewetensvrijheid voor minderheden moet waarborgen.

Overheidsmaatregelen in deze richting moeten zijn gericht op het bevorderen van de socio-politieke ‘soevereiniteit in eigen kring’ van de verschillende geloofsgroepen, en het ontstaan van groepen in kerkelijke kringen met een reële socio-economische meerwaarde. Het betreft vrijwillige (maar niet vrijblijvende) associaties in bijvoorbeeld sociale zorg, armoedebestrijding en onderwijs. Verder willen wij dat de staat er naar streeft de christelijke geloofsgroepen via subsidies een prominente plaats in het medialandschap te garanderen. Dit moet ook helpen een heropleving van anti-identitaire ideologiën als neo-liberaal nihilisme, cultuurmarxisme en cultuurrelativisme tegen te gaan.

1.c. Functionele identiteit

Elke samenleving heeft een hiërarchische structuur. IDNL wil deze structuur niet aan het toeval overlaten, maar bewust vormgeven vanuit een identitair perspectief. In de huidige situatie zien we een steeds kleinere kliek die alle macht en rijkdom naar zich toetrekt, en een steeds grotere groep van achtergestelden. De middenklasse is aan het verdwijnen. Hierdoor wordt de maatschappij steeds harder en instabieler.

IDNL wil deze ontwikkeing op twee manieren bestrijden. Enerzijds willen wij een versterking van de sociale mobiliteit door alle scholen terug te laten keren naar kwaliteitsonderwijs. Anderzijds pleiten wij voor duidelijkheid in de hiërarchische structuur van de samenleving. Door de vaagheid van de huidige situatie ontlopen veel machthebbers de verantwoordelijkheid die bij hun rijkelijk beloonde positie hoort.

Wij pleiten daarom voor een meer traditionele inrichting van de samenleving waarbij beloning en verantwoording duidelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Wij zien meer ruimte voor de volgende lagen (vroeger ook wel ‘standen’ genoemd): Kroon (koningshuis), Adel, Kerk, Patriciaat, en Volk. In deze visie wordt van vooral de hogere standen een groot gevoel van verantwoordelijkheid voor het nationale belang verwacht, iets wat met name in de opvoeding moet worden bijgebracht. Noblesse oblige (Adel verplicht).

1.d. Geslachtelijke identiteit

IDNL stelt het traditionele gezin centraal. Wij zien dit als een instelling die door de geschiedenis heen haar waarde heeft bewezen voor de combinatie van biologische voortplanting en culturele transmissie die de historische continuïteit van cultuur en samenleving garandeert. Het traditionele gezin biedt de beste garantie voor een stabiele, productieve maatschappij die veel in haar kinderen investeert. Wij streven daarom naar een juridisch en fiscaal bevoorrechte positie voor het gezin. Bovendien moeten het traditionele huwelijk en gezin weer de standaard worden in de publieke sfeer. Alternatieve leefvormen en seksualiteit worden gedoogd maar het gezin hoort op het voetstuk.

Om dit te bereiken wil IDNL de vrijblijvendheid van huwelijk en ouderschap tegengaan door verzwaring van de verlovings- en huwelijkseisen en aanscherping van de echtscheidingsprocedures. Verder willen wij een versterking van de positie van de kinderen, die van de vrijblijvende houding tegenover het huwelijk maar al te vaak het slachtoffer zijn. Daarom stellen wij een verplichte genetische registratie voor van de ouder-kindrelatie en versterking van de erfrechtpositie van kinderen tegenover stiefouders. Bovendien moeten de kinderen in geval van echtscheiding zelf kunnen bepalen bij welke ouder zij willen wonen. De traditionele maatschappelijke rol van huwelijk en gezin wordt verder benadrukt door het afschaffen van het gelijkgeslachtelijk huwelijk. Verder kan het traditionele gezin bevorderd worden door het moederschap economisch gemakkelijker te maken. IDNL streeft ernaar dat een gezin weer van één inkomen kan leven. Dit kan door subsidies en belastingvoordelen voor kinderen te vergroten. Verder mogen we verwachten dat door remigratie van allochtone groepen er weer lucht komt op de huizenmarkt en in de zorgsector. Dit zal leiden tot aanzienlijke kostenverlagingen voor huisvesting en gezondheidszorg. Tenslotte kan de staat deze ontwikkeling verder stimuleren door gerichte mediacampagnes.

1.e. Persoonlijke identiteit

De hierboven genoemde aspecten plus andere persoonlijke begaafdheden en kenmerken maken iemand tot een individu met een unieke identiteit. Iemands persoonlijke identiteit bevat echter tevens een zuiver individueel ervaren element: het element dat men vroeger ‘roeping’ noemde – een zuiver individuele uitdaging om zich in te zetten en uit te blinken. IDNL wil het optimaal mogelijk maken voor mensen om hun eigen unieke ‘roeping’ te volgen, als een beschermwaardige persoonlijke keuzevrijheid. We kunnen hierbij denken aan huwelijk, ouderschap, of een religieuze roeping, maar ook aan de wetenschap, de kunst of de krijgsmacht.

Om mensen zo veel mogelijk in staat te stellen zich op hun unieke manier te ontplooien moet een einde komen aan de overheersing van marktdenken en winstmaximalisatie. Hun desastreuze uitwerking op milieu, sociaal leven en cultuur moet ongedaan worden gemaakt. Overal dient het primaat van de politiek hersteld te worden. Daartoe moeten kunst, wetenschap en de zorgsector aan de marktwerking onttrokken worden en infrastructuur en nutsvoorzieningen terug genationaliseerd. In deze lijn kunnen we ook denken aan een eenmalige collectieve schuldsanering van privépersonen, en omzetting van een deel van de sociale uitkeringen in voorzieningen in natura, zoals bijvoorbeeld woonrechten.


2. Terugkeer naar een legitieme politiek

Het is de opdracht van de Nederlandse overheid om als betrouwbare wachter de Nederlandse grenzen te bewaken en het binnen die grenzen levende Nederlandse volk te beschermen. De Nederlandse overheid heeft van het volk geen opdracht gekregen die deze grenzen overschrijdt. Ze is gehouden enerzijds de soevereiniteit van andere landen te respecteren en anderzijds de eigen soevereiniteit met alle middelen en tot het uiterste te verdedigen. In het licht van deze opdracht – de bescherming van een klein land en klein volk – wordt van de Nederlandse overheid veel wijsheid gevraagd. Wijsheid is bescheiden plichtsvervulling, doordrongen van het besef dat de Nederlandse overheid geen taak heeft tegenover een abstract ‘Europa’, een nevelig ‘internationaal bedrijfsleven’ of een fictieve ‘internationale gemeenschap’ – laat staan tegenover de ‘mensheid’ als geheel. De Nederlandse overheid heeft alleen maar een taak tegenover het Nederlandse volk.

Wijsheid is ook koele standvastigheid – en de moed tot een onomwonden benoeming van reële dreigingen. De dreigingen van onze tijd zijn zonder historisch precedent: milieu en infrastructuur worden bedreigd door zware vervuiling. Arbeidsomstandigheden worden bedreigd door het globaliserend neo-liberalisme. Sociale identiteit en samenhang zoals de gezinsstructuur worden bedreigd door een militant-seculier nihilisme.

De meeste directe bedreiging is echter demografisch: het stamland en de kernidentiteit van het Nederlandse volk worden in hun voortbestaan bedreigd. In de laatste jaren is de veelal doodgezwegen massa-immigratie geëscaleerd tot een feitelijk onbeheersbare vloedgolf van vreemdelingen. Totdat deze ontwikkeling ongedaan is gemaakt zijn alle andere overwegingen van secundair belang om de eenvoudige reden dat er anders geen Nederlandse staat en geen Nederlands volk meer zullen bestaan: dat is de demografische realiteit.

Deze dramatische ‘omvolking’ zou historisch kunnen worden geduid als de zelfmoord van een volk, ware het niet dat deze ‘alloculturele kolonisatie’ tegen de uitdrukkelijke wens van de autochtone Nederlanders wordt gefaciliteerd en gemanipuleerd door een van de realiteit losgezongen establishment. Met recht noemen wij hen daarom een ‘vijandige elite’ of een ‘nep-elite’.

Om hun beleid te corrigeren is het niet voldoende alleen het vreemdelingenbeleid om te buigen richting remigratie. Het is minstens zo belangrijk de ideologie die ten grondslag ligt aan de ‘omvolking’ te bestrijden. IDNL verwerpt de ideologie van de ‘maakbaarheid’, het multiculturele maatschappijbeeld, de culturele capitulatie en de alloculturele annexatie. Deze insteek moet absoluut prioriteit hebben: als we deze ideologie niet uitwissen dan blijft het bestrijden van de erop gebaseerde politiek van het neo-liberale partijkartel dweilen met de kraan open. Alleen zo kan de ‘omvolking’ structureel gestopt worden.

De demografische dreiging is dus niet alleen een kwestie van fysieke omvolking, maar ook een psychologische kwestie vanwege de ermee samenhangende universalistische, kosmopolitische en anti-nationale ideologie. Deze is afgeleid uit het historisch-materialistisch gedachtegoed van de seculaire Verlichting. Zij is diep ingebed in de academische en journalistieke milieus, en domineert het publieke discours nu al meer dan een halve eeuw. Haar universalistisch-ideologische leus ‘de Nederlander bestaat niet’ stemt in geen enkel opzicht overeen met meer dan vijf eeuwen historische realiteit en met de geleefde belevingswereld van de overgrote meerderheid van de Nederlanders, maar bedreigt als politiek-cultureel programma wel de fundamenten van onze samenleving.

Het is de taak van de Nederlandse overheid om aan de demografische dreiging het hoofd te bieden via een nieuw en sterk correctief vreemdelingenbeleid. Zo’n beleid moet echter gebaseerd zijn op een even krachtig alternatief ideologisch discours: een discours dat het Nederlandse volk als uitgangspunt neemt en het beschermt in zijn geleefde en gevoelde identiteit. Alleen een dergelijk discours zal het voor de Nederlandse overheid mogelijk maken om consequent gebruik te maken van het primaat van de politiek.

De overheid dient consequent een eind te maken aan ontspoorde wetgeving, zoals onrechtvaardige immigratiewetten en eindeloze asielprocedures. Zij dient de opgelegde politiekcorrecte consensus te doorbreken, die zich uit in zelfcensurerende mediaberichtgeving en allerhande gedoogbeleid dat de misdaad stimuleert. Zij dient zich daarbij teweer te stellen tegen anti-nationale materiële belangen, zoals de winstbeluste ‘asielindustrie’, en een bedrijfsleven dat door middel van immigratie de lonen onder druk wil zetten.

De terechte perceptie van het Nederlandse volk is dat de Nederlandse overheid heeft gefaald. Hoe langer echter deze wijdverbreide onvrede politiek onbeantwoord blijft en hoe langer de herhaalde electorale waarschuwingen genegeerd worden (de Fortuynrevolte, de versplintering van het politieke veld, het afnemende democratisch draagvlak, de neergang van de ‘gevestigde’ kartelpartijen), hoe groter het risico dat het falen van de overheid door het volk niet langer wordt opgevat als apathische zelfgenoegzaamheid maar als moedwillige opzet. De kruik gaat net zolang te water tot ze barst.

De elite zal zich proberen te verschuilen achter ‘hogere overwegingen’, ‘internationale verplichtingen’ of ‘humanitaire gronden’, maar dit snijdt uiteindelijk geen hout: de enige opdracht van de Nederlandse overheid is om op betrouwbare wijze de Nederlandse grenzen te bewaken en het binnen die grenzen levende Nederlandse volk te beschermen. ‘Gezagsdragers’ die binnen de Nederlandse overheid die ‘grotere belangen’ willen dienen zitten op de verkeerde plaats. Als zij zich tegen beter weten in maar lang genoeg aan hun macht en privileges blijven vastklampen, dan worden ze uiteindelijk gezien voor wat ze dreigen te worden: landverraders. Zij vergeten dat deelname aan internationale organisaties zoals de VN, de NAVO, en de EU en internationale verdragen zoals EVRM, Vluchtelingenverdrag, en het Pact van Marrakesh slechts gerechtvaardigd zijn in zoverre dat ze de Nederlandse soevereiniteit ongeschonden laten en in zoverre dat ze in overeenkomst zijn met de belangen van de Nederlandse staat en het Nederlandse volk. Wanneer deze belangen aanzienlijk worden geschonden is deelname niet langer gewettigd. Een overheid die door zulke verdragen ‘globalistische’ belangen laat prevaleren boven de belangen van eigen staat en volk verliest haar legitimiteit. En in die situatie ontstaat het risico dat het volk uiteindelijk aanspraak maakt op haar ‘recht van opstand’.

Laten we namelijk niet vergeten dat de ontstaansgeschiedenis van Nederland in hoge mate getekend is juist door dat ‘recht van opstand’. Het huidige politieke establishment zou er goed aan doen zich te realiseren dat de beginselen van volkssoevereiniteit en van het recht van opstand centraal staan in de historische documenten waarop het bestaansrecht van de Nederlandse staat is gebaseerd. Dit zijn onder meer Mornay’s ‘Vindiciae contra tyrannos’, de ‘Apologie’ van Willem van Oranje en het ‘Plakkaat van Verlatinghe’. Voor elke legitieme Nederlandse politiek dienen deze documenten de leidraad te zijn. Een overheid die deze leidraad uit het oog verliest, raakt daarmee de facto haar legitimiteit kwijt. Het risico van een ontsporing van de samenleving richting geweld en wetteloosheid wordt dan reëel. Daarom beoogt IDNL de legitimiteit van de Nederlandse staat te herstellen door op een fatsoenlijke, wettelijke en democratische wijze een einde te maken aan de gijzeling van het landsbestuur door de huidige ‘elite’. Pro fide, lege et grege.

Waarden

Bij haar missie staan voor IDNL de oernederlandse waarden van zelfbeschikking, solidariteit en goed rentmeesterschap centraal. Dit uit zich in de volgende richtingen:

1. Vrijheid van associatie

Wij geloven in zelfbeschikking in de sociale en economische relaties die mensen uit vrije wil aangaan. Daarin mag de staat geen rol spelen. Dit betekent onder andere vrijheid tot vrijwillige segregatie, ‘soevereiniteit in eigen kring’ en subsidiariteit.

2. Vrijheid van meningsuiting

Hoewel de staat bepaalde waarden uitdraagt, is het niet haar taak mensen te dwingen tot een bepaalde overtuiging. De politiek-correcte censuur moet verdwijnen.

3. Milieubescherming

Het uitgangspunt is ‘econ-logie’. Dit wil zeggen een totaalvisie die economie en zorg voor de natuur combineert, waarbij consumptie en productie plaatsvinden op het laagst mogelijke regionale niveau. Wij streven naar het afbouwen van de bio-industrie en ‘vergroening’ van alle productie en consumptie. De middelen daartoe zijn intensieve samenwerking van overheid en producenten, belastingen op schadelijke producten, overheidsinvesteringen en fiscale bevoordeling van gewenste vormen van productie.

4. Kinderrechten

Kinderen zijn het kostbaarste dat een samenleving heeft. Daarom dient de staat te streven naar een veilige en stabiele kindertijd, met twee ouders en met goed onderwijs.

5. Vrouwenrechten

IDNL wil dat de staat de voorwaarden schept waarin vrouwen die zich geroepen voelen tot gezin en moederschap zich ten volle kunnen ontplooien, zonder druk tot ‘emancipatie’ of om zich in het arbeidsproces te begeven.

6. Arbeidersrechten

IDNL wil dat de staat streeft naar stabiliteit in de arbeidsrelaties en de wildgroei aan ‘flexwerk’ en tijdelijke arbeidscontracten tegengaat. Het ideaal is dat een gezin stabiliteit en voldoende inkomen kan genieten met één salaris. De overheid dient de arbeidsomstandigheden te verbeteren door schaalverkleining en het terugdringen van overbodige managementlagen en bureaucratie.

7.Ondernemersrechten

De Nederlandse ondernemers in het midden- en kleinbedrijf en de ZZP-ers zitten in de hoek waar de grootste klappen vallen. IDNL wil opkommen voor de belangen en rechten voor deze vergeten groep, zodat zij weer de erkenning krijgen waar zij recht op hebben, zowel financieel als sociaal. Voor een uitwerking zie het artikel ‘Rechten voor ondernemers’.

8. Vrijheid van godsdienst

Om ons erfgoed veilig te stellen begunstigt de staat de christelijk-humanistische traditie, maar zij dient wel te garanderen dat alle godsdienstige groepen in vrijheid hun religie kunnen beleven. In geen geval is het haar taak een seculier nihilisme aan de bevolking op te dringen.

Nadere uitwerking

Voor achtergrond en verdere uitbouwing zie het artikel ‘De identitaire beeldenstorm’.



___

Deze website is een initiatief van de culturele vereniging ‘Identiteit Nederland‘. Voor vragen en contact klikt u hier.